1. Deze richtlijn is van toepassing op alle belastingplichtigen die in een of meer lidstaten aan vennootschapsbelasting onderworpen zijn, met inbegrip van in een of meer lidstaten gelegen vaste inrichtingen van entiteiten die hun fiscale woonplaats in een derde land hebben.
2. Artikel 9bis geldt tevens voor alle entiteiten die door een lidstaat als fiscaal transparant worden aangemerkt.